Blog Post

Vind je stam...

  • door Femke
  • 12 jul., 2019
Vroeger leefden men in een stam waarin de zorg-, werk- en leeftaken werden verdeeld over de groep. Sommigen leden van de groep hadden de taak om te jagen, anderen verzamelden eten, beschermden de stam, kookten of letten op de kinderen. Tegenwoordig leven wij allemaal in ons eigen huis binnen onze eigen muren en moeten het alleen zien te redden. Dat veel mensen op zoek zijn naar gelijkgestemden om ervaringen mee te delen, is dus eigenlijk niet zo gek als terug kijkt naar onze geschiedenis. Daarnaast is het gewoonweg onmogelijk om alles: koken, werken, zorgen voor de kinderen en het huishouden, te doen. Ja, we doen het, maar tegen welke prijs? Een oververmoeide ouder, ongelukkige kinderen en veel stress.

Zoals ik al zei, zijn steeds meer mensen op zoek naar een stam om mee te leven, ervaringen mee op te doen of kennis mee te delen. Maar hoe doet je dat? In mijn blog over het Kiindweekend kon je lezen dat ik eigenlijk al mijn stam heb gevonden: een groep mensen die oprecht geïnteresseerd zijn in hoe het met mij gaat, met wie ik interesses deel en bij ik altijd aan kan kloppen als er iets is. Natuurlijk zal mijn stam veranderen, komen er nieuwe mensen bij en neem ik afscheid van anderen. Maar aangezien ik mijn stam voor nu gevonden heb, hoop ik anderen te kunnen helpen ook hun stam te vinden of te vormen. In deze blog geef ik je concrete tips waar je deze stam kunt zoeken.

Laten we beginnen met de mensen die meestal het dichtst bij ons staan: onze familie. Onze ouders, opa's en oma's, ooms en tantes, neven en nichten, broers en zussen, zijn allemaal mensen in wie wij mogelijk een stamgenoot kunnen vinden. Ik zeg bewust mogelijk, want vroeger was het zo dat deze mensen automatisch tot je stam behoorden. Je was letterlijk aan hen overgeleverd, of je dat nu wilde of niet. Tegenwoordig ligt het anders. De familiebanden zijn een stuk minder sterk, we wonen niet meer bij elkaar in de buurt en de families zijn klein. Ik heb genoeg mensen in mijn omgeving die meer optrekken met hun vrienden dan met hun familie. Het is dus niet vanzelfsprekend dat je familie tot je stam behoort. In de meeste gevallen is het echter wel zo dat je altijd op je familie terug kunt vallen wanneer het nodig is. Wil je je familie bij je stam betrekken, kijk dan hoe je dit in wil richten. Laat je ze op je kinderen passen? Spreken jullie regelmatig af en eten jullie samen? Of wil je dichter bij ze in de buurt gaan wonen? Of misschien zelfs wel samen in één huis? Het fijne van familie is dat er mensen tussen zitten die in dezelfde levensfase zitten en waar jij herkenning kunt vinden, maar ook mensen die in een andere levensfase zitten en die jou kunnen ondersteunen. Tegelijkertijd hebben zij er ook profijt van. Grootouders leven namelijk langer als zij voor hun kleinkinderen zorgen, doordat zij een doel in hun leven hebben.

Een andere mogelijkheid om stamgenoten te vinden, zijn je vrienden. Het fijne aan vrienden is dat je ze zelf uit kunt kiezen. Als je kinderen krijgt of hebt, is het wel prettig om vrienden te hebben die ook kinderen hebben en dezelfde opvoedingsvisie delen. Anders loop je de kans om op onbegrip en onenigheid te stuitten, wat desastreus kan zijn voor de vriendschap. 

Buren en dorpsgenoten. Nog zo'n categorie waar je stamgenoten kunt vinden. Weet je wel, die mensen die naast je leven. Misschien zie je ze wel eens de vuilnisbak aan de straat zetten, maar misschien zie je ze wel nooit. Vooral in een nieuwe wijk waar iedereen net komt wonen, niemand elkaar kent en iedereen in dezelfde levensfase zit, vind je veel nieuwe stamgenoten en is het makkelijk om contact te leggen. Bij sommigen zal het slechts blijven bij groeten op straat of het wateren van je planten als je op vakantie bent, maar het kan zomaar zijn dat er een duurzame relatie ontstaat. Nodig hen eens uit voor de koffie, maak regelmatig een praatje en voor je weet zit je wekelijks bij elkaar op de bank, eet je samen een maaltijd of kan je in geval van nood bij hen terecht. Je moet het wel treffen met je buren en het is ook fijn als je interesses met ze deelt.

Ga op zoek naar nieuwe stamgenoten. Dit kun je bijvoorbeeld online doen via de vele facebookgroepen. Ga op zoek naar groepen waar ouders in zitten met dezelfde interesses, zoals ouders die AP opvoeden, duurzaam leven met kinderen, thuisonderwijs geven, enzovoort. Ga ook op zoek in de buurt, bijvoorbeeld bij mamacafé's, borstvoedingscafé's, ouder en kind zwemmen, muziek op schoot lessen, babyyoga / babymassage, voorlezen in de bibliotheek of speelmiddagen. Er is zijn genoeg plekken waar je nieuwe mensen kunt ontmoeten, zelfs bij die ene speeltuin om de hoek.

Een hele specifieke manier om stamgenoten te vinden, zowel om samen mee te leven als voor vriendschappen, is Vind je stam, een platform voor stamzoekers. Stamzoekers melden zich hier aan en bezoeken samen evenementen, zoals het Kiindweekend.

Genoeg tips dus om stamgenoten te vinden. En mocht je bang zijn dat er geen gelijkgestemden bij jou in de buurt wonen. Maak je geen zorgen, ze zitten overal! Je hebt ze alleen nog niet gevonden. Mensen lopen nou eenmaal niet te koop met het feit dat ze samen slapen, lang voeden, wasbaar luieren of geen beloningssystemen gebruiken. Probeer eens te peilen of zij dezelfde interesses hebben, wees open over de manier waarop jij opvoedt en organiseer bijvoorbeeld zelf een activiteit waar mensen bij kunnen aansluiten. Je zult merken dat hoe meer je je er voor openstelt, hoe meer mensen er op je pad komen.

Dat ik mijn stam al heb gevonden, betekent niet dat ik niet op zoek ben. Ik ontmoet constant nieuwe mensen en breid mijn netwerk verder uit. Ben je op zoek naar een stam, weet je niet zo goed hoe je die kunt vinden en woon je in de regio van Pijnacker? Kom dan eens langs bij het mamacafé! Hier vind je andere ouders met dezelfde interesses en wie weet klikt het wel met één van hen. 
door Femke 18 sep., 2020
In deze post vertel ik wat je allemaal nodig hebt om ook wasbaar te kunnen luieren op de opvang.
door Femke 12 sep., 2019
Je loopt met je kind in de supermarkt. Hij wilt een bepaalt snoepje en dat mag niet van jou. Vervolgens krijgt je kind vanuit het niets een enorme driftbui. Je bent overdonderd en weet even niet hoe je hiermee om moet gaan. 

Driftbuien zijn, net als bijten, een uiting van emoties en behoeften. Emoties en behoeften waar zij nog maar moeilijk mee om kunnen gaan en door een tekort aan taal onvoldoende kunnen uiten. Driftbuien zijn dan ook een onderdeel van de normale ontwikkeling op weg naar de groei tot volwassenheid. Het lastige aan driftbuien is dat ze vaak voorkomen op momenten dat je het net niet kunt gebruiken, bijvoorbeeld als je moe bent, ergens heen moet of in de supermarkt staat. Een deel van de driftbuien is te voorkomen door te zorgen dat jij en je kind uitgerust zijn, het niet al te druk is op een dag en door duidelijk te zijn, regels te stellen en deze consequent toe te passen. Probeer op de andere momenten te denk aan deze tips.

1. Blijf kalm
Je kind is overweldigd door emoties en heeft het even moeilijk. Het beste wat je kunt doen is zelf rustig blijven. Door verdrietig, boos of afkeurend te reageren, wordt het niet beter en soms alleen maar erger. Je kind doet dit niet om jou te pesten, maar hij heeft je nodig om hem te helpen zijn emoties te reguleren. Dit kun je het beste doen door zelf kalm te blijven.

2. Het is niet persoonlijk
Je kind kan tijdens een driftbui van alles zeggen: "Jij bent stom", "Ik hou niet meer van jou" en "Ik mag ook nooit iets". Of in het ergste geval zeggen ze iets in de trant van: "Dit is kindermishandeling", terwijl de rest van de supermarkt mee staat te luisteren. Niet erg fijn natuurlijk, maar weet dat je kind spreekt vanuit emotie. Ook al zegt je kind zulke dingen, hij meent het niet en heeft er achteraf spijt van (ook al vindt hij het nog waarschijnlijk moeilijk om echt sorry te zeggen). Het helpt niet om je deze woorden aan te trekken. Ga op een rustig moment met je kind in gesprek aan laat weten dat jij het niet fijn vindt om deze woorden te horen.
door Femke 11 sep., 2019

Je bent in gesprek met een andere ouder, let even niet op en hebt alweer een rij tanden in je arm staan. Je voelt de boze gevoelens al in je opborrelen en voelt dat je kind een grens overgaat. Nu ben je er klaar mee! 

Haal diep adem en de lees de volgende vijf tips over hoe je ermee om kunt gaan als je kind jou bijt. 

 

1. Het is een fase

In bepaalde levensfases hoort bijten bij de normale ontwikkeling. Tussen de twee en vier jaar komt bijtgedrag, net als slaan, regelmatig voor (meestal met een piek rond de drie jaar oud). Dit betekent niet dat het gewenst is, maar wel dat je het kunt verwachten. Acceptatie is dan ook je beste vriend. Het maakt namelijk onderdeel uit van de ontwikkeling van je kind. Je kind is nog niet goed in staat om zijn emoties te reguleren en uit dit op een, voor ons, vreemde manier. Je kunt je kind op de volgende manieren helpen.


2. Voorkom dat je kind je kan bijten

Ook hier geldt: voorkomen is beter dan genezen. Meestal heeft je kind je al een aantal keer gebeten, voordat het echt een probleem aan het worden is. Misschien heb je al gemerkt dat je kind het alleen op bepaalde momenten doet en misschien zie of voel je het zelfs al aan komen.

Het is niet oké als je kind zichzelf, anderen of zijn omgeving pijn doet. Wilt je kind je bijten, houdt hem of haar tegen en zeg: “Ik ga je helpen, want je mag anderen niet bijten”. Natuurlijk is het beter om het te voorkomen door op tijd te reageren op zijn behoefte of een alternatief te bieden. Wil je er iets aan doen, dan is het wel belangrijk om te weten waar het gedrag vandaan komt.

Meer posts
Share by: